Proeftijd in tijdelijke arbeidsovereenkomsten in Westland

In Westland, bekend om zijn kassencomplexen en seizoensarbeid in de tuinbouw, gelden strikte regels voor proeftijd bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten. Voor contracten korter dan zes maanden maximaal één maand, en voor langere duur twee maanden, zoals vastgelegd in artikel 7:667a BW. Een overtreding maakt de proeftijd nietig met terugwerkende kracht. Dit speelt vaak bij uitzendkrachten in de glastuinbouw of bij seizoensplukkers in regio's als 's-Gravenzande en Naaldwijk. CAO's, zoals de Uitzend-CAO voor de tuinbouwsector, kunnen afwijkende regels hebben, maar nooit langer dan de wettelijke limiet. Een nietige proeftijd verhindert eenzijdig ontslag en triggert de ketenregeling: maximaal drie opeenvolgende contracten binnen twee jaar. Lokale uitzendbureaus in Westland maken hier regelmatig fouten, bijvoorbeeld bij kortdurende plukopdrachten van twee weken, wat leidt tot claims bij de kantonrechter in Den Haag. Werknemers behouden zo ontslagbescherming en senioriteitsopbouw. Advies aan Westlandse werkgevers: integreer proeftijd correct in de cao en vermeld dit expliciet in contracten voor kassenmedewerkers. Werknemers: check bij indiensttreding je overeenkomst. Bij geschillen dien je een verzoek in bij de kantonrechter voor nietigverklaring. De Wet Werk en Zekerheid heeft deze bescherming voor flexkrachten in de regio versterkt, vooral relevant voor de piekseizoenen in de bloem- en groententeelt. (218 woorden)