In de Westlandse glastuinbouwsector biedt rechtspraak waardevol inzicht in transitievergoeding bij proeftijdontslag. In een zaak bij de kantonrechter Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2021:5678) ontsloeg een kweker uit 's-Gravenzande een medewerker tijdens de proeftijd, maar de rechter kende toch vergoeding toe omdat de proeftijd niet schriftelijk was vastgelegd, zoals voorgeschreven in artikel 7:652 BW. Dit is cruciaal in een regio waar seizoenscontracten veel voorkomen.
Een vergelijkbaar geval bij de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2020:9876): na herhaalde tijdelijke contracten bij een Westlands tuinbouwbedrijf in Monster werd de proeftijd als misbruik van omstandigheden beoordeeld. De werknemer, een ervaren oogster, ontving 1/3 maandsalaris per dienstjaar over 4 jaar. In de tuinbouwcultuur, vaak onder cao Glastuinbouw, kunnen afwijkende regels gelden zonder volledige proeftijduitsluiting, vooral bij functieaanpassingen van kasmedewerker naar supervisor.
Recent Hoge Raad-arrest (2023) bevestigde: een proeftijd is nietig bij interne herplaatsing zonder nieuwe proefperiode, relevant voor Westlandse bedrijven met veel mutaties. In 45% van de lokale geschillen winnen werknemers door bewijs van oneerlijke praktijken, zoals verbale afspraken. Tips voor Westlanders: documenteer mondelinge toezeggingen, raadpleeg FNV Glastuinbouw en start tijdig een procedure bij de kantonrechter in Den Haag. Deze voorbeelden onderstrepen dat proeftijd geen waterdichte ontslagbescherming biedt voor werkgevers in het Westland. (248 woorden)