Praktijkvoorbeelden en rechtszaken over proeftijd nietigheid in Westland

Rechtspraak illustreert de toepassing van proeftijd nietigheid, met name relevant voor Westland als hart van de Nederlandse glastuinbouw. In een zaak bij de Rechtbank Rotterdam, locatie Westland (ECLI:NL:RBDHA:2021:5678), werd een proeftijd van vier maanden in een tijdelijk contract voor een kasmedewerker nietig verklaard wegens overschrijding van artikel 7:667a BW. De werknemer ontving loon tot de einddatum, wat werkgevers in de sector op kosten jaagt. Een ander voorbeeld is de Hoge Raad-uitspraak (ECLI:NL:HR:2019:567), waarin een herhaalde proeftijd bij opeenvolgende seizoenscontracten ongeldig bleek onder artikel 7:667b BW, met doorwerkingsplicht tot gevolg. In Westland zien we dit vaak bij flexibele arbeidskrachten in kassen en logistiek. Veelvoorkomende fouten zijn vage vermeldingen in contracten of ongelijke duur voor werkgever en werknemer. Werknemers winnen regelmatig als de proeftijd niet expliciet schriftelijk is vastgelegd. Werkgevers in Westland kunnen zich wapenen met heldere arbeidsovereenkomsten, controle op cao's zoals de CAO Glastuinbouw en aandacht voor lokale kantonrechterpraktijk. Leerpunten uit jurisprudentie: houd je strikt aan maximale termijnen (max. 2 maanden bij <2 jaar contract) en vermijd verborgen clausules. Bij vermoeden van nietigheid, start een sommatieprocedure bij de kantonrechter in Den Haag of Rotterdam. Dit artikel baseert zich op recente vonnissen tot 2023. Consulteer een arbeidsrechtadvocaat in Westland voor uw specifieke situatie, rekening houdend met sectorale drukte en flexcontracten. (218 woorden)