Smartengeld en toekomstige levenskwaliteit in Westland
In de regio Westland, bekend om zijn intensieve kassenbouw en agrarische arbeid, verdisconteren goede en kwade kansen zich ook bij immateriële schade zoals smartengeld. Rechters wegen af of een slachtoffer, vaak een glazenwasser of kassenmedewerker, zonder ongeval al beperkingen zou hebben door repetitieve arbeid of erfelijke aandoeningen. Artikel 6:106 BW blijft de basis voor niet-vermogensschade.
De Hoge Raad in arrest HR 20 december 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1960) benadrukte probabilistische afwegingen bij psychische letsels. Een 70% kans op depressie door chronische rugklachten uit kassenwerk reduceert het smartengeld, zoals gezien in Westlandse zaken bij de rechtbank Den Haag.
Praktijkvoorbeelden uit Westland
Bij whiplashclaims na fietsongevallen op de drukke N209 of Poeldijkseweg betogen verzekeraars vaak dat klachten tijdelijk zijn (goede kans), mede door de fysiek veeleisende Westlandse werkomstandigheden. Slachtoffers uit Naaldwijk of Kwintsheul verzamelen dagboeken, medische dossiers van lokale huisartsen en getuigenverklaringen van collega's om causaliteit te bewijzen. Verzekeraars raadplegen de 'ANWB Smartengeldgids' met regionale aanpassingen voor agrarische letsels.
Deze benadering zorgt voor rechtvaardigheid in Westland, maar vereist multidisciplinaire expertise van fysiotherapeuten en arbeidsgeneeskundigen voor betrouwbare prognoses over terugkeer in de glastuinbouw.