Terug naar Encyclopedie

Fiscale Gevolgen Ondernemingsaftrek bij DGA-Scheiding in Westland

Overzicht van fiscale impacts zoals FOR-staking, gebruikelijk loon en BV-splitsing bij DGA-scheiding in Westland. Strategieën om belastingdruk te minimaliseren voor glastuinbouwers.

2 min leestijd

Fiscale Gevolgen Ondernemingsaftrek bij DGA-Scheiding in Westland

In het glastuinbouwgebied Westland, waar veel DGAs leiden over kassenbedrijven en holdingstructuren, beïnvloedt een scheiding de verdeling van ondernemingsvermogen sterk. De Oudedagsreserve (FOR) en middelloonregelingen in eigen beheer raken geraakt door verevening van het ondernemingsvermogen, zoals bij telers in Monster of Naaldwijk. Uitkering van FOR leidt tot box 1-heffing tot 52%, maar Westlandse ondernemers kunnen dit spreiden via banksparen om de druk te verlagen.

De gebruikelijkloonregeling (artikel 12a Wet IB) vereist dat de ex-DGA minimaal €51.000 loon opneemt, wat bij deling van aandelen in een Westlandse BV wijzigt. Bij overdracht van aandelen in tuinbouwbedrijven geldt de realisatieprincipes van de Wet VPB: stakingswinst op latente reserves in kassen en installaties. Huwelijkse voorwaarden met verrekenbeding activeren box 3-heffing op fictief rendement van het ondernemingsvermogen.

Strategieën specifiek voor Westland: splitsing van de BV in een werkmaatschappij voor glastuinbouw en een holding minimaliseert belastingdruk, rekening houdend met lokale subsidies voor duurzame kassen. De Wet excessief lenen beperkt schulden aan de DGA na scheiding, cruciaal bij financiering van Westlandse investeringen. Pensioencompensatie blijft vrijgesteld van vermogensbelasting. Praktijkvoorbeeld uit Poeldijk: conversie FOR naar bankspaarrekening scheelt 20% belastingdruk bij een teler-scheiding. Meld wijzigingen tijdig bij de fiscus in Den Haag om navorderingen te voorkomen, en combineer met estate planning voor opvolging door kinderen in de Westlandse familiebedrijven.