Concurrentiebeding tijdens en na proeftijd in Westland
Concurrentiebeding bij nietige proeftijd in Westland vaak ongeldig. Rechters vernietigen bij misbruik in tuinbouw; koppel los van proeftijd voor geldigheid.
AA
Arslan AdvocatenJuridische Redactie
2 min leestijd
In Westland, het hart van de Nederlandse glastuinbouw, is een concurrentiebeding gekoppeld aan de proeftijd extra riskant voor kassenbouwers en telers. Als de proeftijd nietig is – vaak door onregelmatigheden bij seizoenskrachten – kan het beding deels ongeldig worden, vooral als het onevenredig belastend is voor werknemers in de kassen of logistiek (artikel 7:653 BW). Tijdens een geldige proeftijd mag een beding, maar na afloop gelden strengere eisen: schriftelijk, met boeteclausule en redelijke duur (maximaal één jaar). Bij nietigheid via artikel 7:667c BW vervalt de proeftijdclausule, terwijl het hoofdcontract overeind blijft. Rechters in de regio Rotterdam toetsen scherp op misbruik, zoals in ECLI:NL:RBROT:2022:789, waar een beding na een nietige proeftijd bij een Westlands tuinbouwbedrijf werd vernietigd wegens te brede formulering. Werkgevers in Westland, zoals bij flower- en groentetelers, moeten het beding loskoppelen van de proeftijd om valkuilen te vermijden. Werknemers: betwist het bij overstap naar een lokale concurrent, bijvoorbeeld van Naaldwijk naar 's-Gravenzande. Praktijk: bij startups in de agritech-sector vaak misbruik door vage clausules over 'geheimhouding'. Advies: laat het beoordelen door een jurist gespecialiseerd in Westlands arbeidsrecht; onderhandel een boetevrijstelling. De wetswijziging 2024 versoepelt eisen voor starters in de glastuinbouw, maar niet bij nietigheid. Dit voorkomt juridische geschillen in de dynamische arbeidsmobiliteit rond Poeldijk en Monster. (248 woorden)